Taalcolumns van Ruud Hendrickx

In naam van al de mijnen

Wat zitten er soms toch leuke berichten in het journaal. Tussen alle ellende door meldde de nieuwsdienst dat het leger sinds kort een eigen kliniek heeft om zijn honden te verzorgen. Dat kan wel eens nodig zijn, want de dieren worden ook ingezet door de ‘ontmijningsdienst’.

Ik zet het woord tussen aanhalingstekens, omdat er nogal wat op aan te merken valt. Als je het puur grammaticaal bekijkt, is er niets mis met ‘ontmijnen’. Net zoals ‘ontbossen’ ‘ontdoen van bossen’ en ‘ontluizen’ ‘ontdoen van luizen’ betekent, zou ‘ontmijnen’ ‘ontdoen van mijnen’ kunnen betekenen. En dat klopt.

Hoewel de woordenboeken ‘ontmijnen’ typisch Belgisch noemen, tref je het de laatste tijd in die letterlijke betekenis ook weleens in Nederland aan. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken meldde eind vorig jaar dat het vijf miljoen gulden ter beschikking stelt voor de ontmijning van Cambodja, en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen steunt een onderzoek naar ‘ontmijning met 99,6 % zekerheid’.

En toch kun je het beter niet over de ‘ontmijningsdienst’ hebben. Niet omdat het een gallicisme is, zoals Van Dale beweert, wel omdat de dienst ook bommen, granaten, mortieren en andere springstoffen opruimt. Vandaar dat hij in Nederland met een ruimere term de ‘explosievenopruimingsdienst’ (kortweg EOD) wordt genoemd. Daarnaast hebben ze bij de marine een ‘mijnenopruimingsdienst’ of, korter, een ‘mijnenveegdienst’, of nog korter, een ‘mijnendienst’. En hoe heten de mensen die de klus klaren? Dat zijn ‘mijnruimers’ of ‘mijnenruimers’.

‘Ontmijnen’ is pas helemaal overbodig als je bedenkt dat ook in België de afdeling officieel ‘Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen’ (DOVO) heet. Ook ons leger heeft het dus over het opruimen van explosieven (dat ‘ontploffingstuigen’ is een purisme, niet gebruiken dus). Waarom zouden wij het dan niet doen?