Het is te merken dat de regeringsonderhandelingen vooral in het Frans verlopen. Lang geleden dat er nog zo veel klassieke gallicismen te horen waren. Zoals gisteren.
Luc Hennart, de Franstalige voorzitter van de Brusselse rechtbank van eerste aanleg, spreekt nagenoeg vlekkeloos en accentloos Nederlands, maar heeft het toch over ‘ontdubbelen’.
De meeste Vlamingen kennen de betekenis ‘splitsen’ van ‘ontdubbelen’ wel, maar je hoort het ze zelden in die betekenis spontaan gebruiken. ‘Ontdubbelen’ lijkt me een typisch ambtelijke term. Je hoeft ook niet ver te zoeken waar hij vandaan komt. Het Franse ‘dédoubler’ betekent namelijk ‘splitsen’.
In het algemeen Nederlands heeft ‘ontdubbelen’ bijna de tegengestelde betekenis, namelijk ‘van dubbels ontdoen’.