Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Drie jaar, ja toch?

Gisteren vroeg mijn dochter mij: “PA!!! IS HET DRIE JAAR OF DRIE JAREN?!?” Ja, ik schrijf het hier allemaal in hoofdletters, omdat ze het niet bepaald vroeg, maar wel gilde vanuit de keuken, waar ze haar huiswerk aan het maken was. Schier onmiddellijk antwoordde ik: “Drie jaar.”

– Hoe weet je dat, pa?
– Als de naam van een tijdseenheid eindigt op -r, blijft het woord na een bepaald telwoord in het enkelvoud. Dus: drie kwartier, drie uur, drie jaar. De andere woorden krijgen een meervoudsvorm: drie minuten, drie dagen, drie weken, drie maanden.

Aan de overkant bleef het even stil. Ik schrok zelf ook van mijn antwoord, want ik wist begot niet waar ik dat ooit had gevonden, of welke autoriteit die hele regel eigenlijk uitstraalde.

Ik begon ook meteen te twijfelen. Bovendien verbaasde ik mij over de snelheid en de eloquentie waarmee ik dat mondvol uit mijn bek had gekregen. Hoe werken onze hersenen en tot op welke leeftijd blijven ze dat doen? Zukke dingen …

– Waar staat dat in de taalboeken?
– Dat weet ik niet meer.
– Ja maar, ben je nu ernstig, of verzin je ze waar ik bij zit?
– Nee, schrijf het maar op: drie jaar.

Ze drong niet langer aan, want die verhandeling moest af tegen de volgende morgen: “Karl Marx: De kapitalist wint altijd. De kapitalist kan langer zonder arbeiders leven dan zij zonder hem.” Het arme kind. Zij liever dan ik. Wij waren in onze tijd al apetrots als wij wisten dat het niet was “De godsdienst is de opium VOOR het volk.”, maar wel “De godsdienst is de opium VAN het volk.”

Drie jaar, dus. Omdat jaar eindigt op een r. Waar staat dat eigenlijk? Is dat een officiële regel (kan bijna niet), of betreft het hier een soortement ezelsbruggetje? Sla me dood!

ProleTAALiërs aller landen, verenigt u en help mij uit de nood!

Antwoord van Ruud

Het gaat wel degelijk om een echte regel, die te vinden is in de ANS: “Tijdsaanduidende substantieven (…) staan in combinatie met een bepaald hoofdtelwoord, hoeveelzoveel (en tig) evenals een paar in het meervoud, behalve de substantieven jaaruur en kwartier.” Dat zijn allemaal woorden op -r.

Deze bijdrage is geschreven door Johan Verleye op de Facebookpagina van vrttaal.net en is met zijn toestemming hier overgenomen.