Zeg tegen een Vlaming – of tenminste tegen een Vlaming die een beetje interesse voor taalwetenschap heeft – ‘de koe, hij geeft melk’, en hij weet meteen waar het over gaat. Over het in Vlaamse oren vreemde verschijnsel dat alle Nederlanders – dat denken Vlamingen althans – alle de-woorden als mannelijk behandelen – dat denken ze althans. De tafel? Hij heeft vier poten. De banaan? Leg hem maar opzij. Typisch iets voor Nederlanders, denken de Vlamingen. Wij doen zoiets niet.
Vlamingen gaan er prat op dat zij perfect aanvoelen of een de-woord mannelijk of vrouwelijk is. Dat kunnen ze namelijk afleiden uit de vorm van het lidwoord als ze dialect of omgangstaal spreken. Dan zeggen ze – we, ook ik – ‘ne’ man en ‘een’ vrouw. Het is ‘een’ banaan en ‘een tafel’. Die woorden zijn dus vrouwelijk.
Dat trucje met de lidwoorden werkt perfect. Alleen zijn de Vlamingen het onderling niet altijd eens over dat lidwoord. Zo hebben Zuid-Limburgers het over ‘ne maag’. En dat klinkt behoorlijk vreemd in de oren van alle andere Vlamingen.
Maar daar wou ik het niet over hebben. De de-woorden waar ik het tot nu toe over heb gehad, hebben in het woordenboek allemaal ‘v(m)’ als woordgeslacht. Je kunt ze dus behandelen als vrouwelijk of mannelijk. Maar er zijn de-woorden die alleen ‘m’ bij zich hebben, terwijl veel Vlamingen ze toch als vrouwelijk behandelen.
In de Grote Van Dale kun je bijvoorbeeld lezen dat wedstrijd mannelijk is. Dat valt ook te verwachten, want strijd is ook mannelijk. Ook Vlamingen zeggen dat het leven ‘ne’ strijd is. Alleen zijn er ook een hoop Vlamingen die vinden dat wedstrijd vrouwelijk is. Dat hebben we dan ook toegevoegd in het woordenboek. Ook bij race hebben we dat gedaan.
Wat is er aan de hand? Ik denk dat veel Vlamingen wedstrijd als een vrouwelijk woord behandelen, omdat ze het woord niet hebben in hun dialect of omgangstaal. Daar heet het doorgaans ‘een match’ of ‘een koers’. Vlamingen kennen ‘een wedstrijd’ alleen maar uit de standaardtaal. En een is het lidwoord bij vrouwelijke woorden, toch?
Daarom vind ik het ook zo vreemd dat orkaan en vulkaan volgens het woordenboek mannelijke woorden zijn. Spontaan zeg ik over een vulkaan dat ‘ze’ uitbarst en over een orkaan dat ‘ze’ aan land is gegaan. Waarom? Waarschijnlijk omdat ik het alleen maar in de standaardtaal over vulkanen en orkanen kan hebben. Ik heb er geen woord voor in mijn dialect. Ik weet dus niet of het ‘ne vulkaan’ of ‘een vulkaan’ is. Ik ken alleen maar ‘een vulkaan’ uit de standaardtaal. En een hoort bij een vrouwelijk woord, toch?
Herkennen andere Vlamingen dat ook? Laat het me gerust weten via ruud.hendrickx@vandale.nl.