Vorige zaterdag heb ik met ons gelegenheidsclubje nog eens aan een quiz meegedaan. Het was al bijna middernacht toen werd omgeroepen dat de chips op waren. Hij ‘is’ op, zei ik enigszins betweterig. Maar ik werd meteen tegengesproken door mijn medespelers. Zij zeggen allemaal dat de chips op ‘zijn’. Dat vind ik dan weer gek.
Twee jaar geleden werd Onze Taal gevraagd welke persoonsvorm bij ‘chips’ gebruikt moet worden. “Het meervoud wordt nog altijd als het meest juist gezien”, antwoordt de taaladviesdienst. Het woord is een Engels meervoud en is ook volgens alle Nederlandse woordenboeken een meervoud.
Maar in de praktijk komt ‘chips’ ook met een enkelvoud voor. Het wordt dan als een niet-telbaar woord opgevat, net als ‘snoep’ of ‘popcorn’.
Ik wil graag weten hoe u met chips omgaat. Grammaticaal en culinair.