Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Neroke is dood

Droevig nieuws vandaag in het Nieuwsblad en op deredactie.be. Lily, de yorkshireterriër die jarenlang Neroke speelde, is een week of twee geleden gestorven. Neroke, zonder apostrof, één o.

Vanmorgen had ik een vertwijfelde redacteur aan de lijn. “Hoe schrijf je dat, ‘Neroke’? De ene schrijft het met apostrof, de andere zonder. Moet dat niet met twee o’s?”

In de Woordenlijst kun je lezen dat we verkleinwoorden maken door -je, -tje, -etje of -pje aan het grondwoord vast te schrijven. Als het grondwoord eindigt op een lange klinker die met één klinkerteken geschreven wordt, dan voegen we een klinkerteken toe in het verkleinwoord. Daarom schrijven we ‘omaatje’ en ‘autootje’.

Maar gelden die regels ook voor -ke en -ske? Daarover zwijgt de Woordenlijst in alle talen. Voor dergelijke kwesties is er nog de Technische Handleiding. “In vrouwelijke voornamen en in bepaalde stilistische of regionale variëteiten van het Nederlands komen soms -ke en de verwante vormen -eke en -ske voor. Enkele voorbeelden: Ineke, Anneke; kindeke, jongske, manneke, moeke, vake; Jefke, Guidoke, nondedjuke, prutske, schrijverke, witteke.”

De regel staat er niet expliciet, maar het lijkt erop dat we -ke, -eke en -ske aan het grondwoord vast schrijven. Verdubbeling van de slotklinker zoals in ‘autootje’ is niet nodig, want na toevoeging van -ke staat hij nog altijd in een open lettergreep.

Neroke, dus. Neroke is gestorven. Hij – of beter zij, Lily – ruste in vrede.