Om de zoveel tijd vindt een IJslandse vulkaan het nodig uit te barsten. Liefst een vulkaan met een – althans voor de meesten van ons – ondoorgrondelijke en bijna niet te ontcijferen en uit te spreken naam. Nu hebben ze in IJsland ook simpele vulkanen als de Hekla, de Katla en de Laki. Maar nee, bij voorkeur doen vulkanen als de Eyjafjallajökull moeilijk, of zoals nu, de Bárðarbunga.
Het IJslands is een bijzonder geval. Het is een Noord-Germaanse taal, die nauw verwant is met het Faeröers. Het is ook familie van het Deens, Noors en Zweeds, maar sprekers van die talen verstaan IJslands nauwelijks. Dat komt onder meer doordat het IJslands nog heel wat oude verbuigingen en naamvallen heeft die in de andere Scandinavische talen verdwenen zijn. Zo is het meervoud van ‘fjördur’ (fjord) ‘firðir’ en is de genitief ‘fjarðar’ in het enkelvoud en ‘fjarða’ in het meervoud.
Ook het schrift is een beetje ouderwets. IJslands heeft twee lettertekens uit het oude runenschrift die we in het Nederlands helemaal niet kennen: de eth, ð, en de thorn, þ. De ð klinkt als de th van het Engelse woord ‘this’ en de þ als de th van ‘think’. De ð zit in de naam van de dreigende vulkaan de Bárðarbunga, de þ zat in de naam van de IJslandse bank die enkele jaren geleden over de kop ging, Kaupþing.
Net zoals vele andere talen gebruikt het IJslands allerlei tekens en lettercombinaties waarvan de uitspraak niet meteen te voorspellen is. Zo spreek je ll, rl en tl allemaal uit als tl. Vandaar dat ‘Eyjafjallajökull’ klinkt als ei·jaa·fjat·laa·jeu·kutl. En zo spreek je de IJslandse á uit als onze au, en de IJslandse au als onze ui. De failliete bank heette dus eigenlijk kuip·thing, al hebben we dat nooit zo gezegd.
En de Bárðarbunga is de baur·dhar·boeng·kaa, met de lispelklank van ‘this’.