Verbazing en ontsteltenis alom na mijn Taalmail. Het wordt een wekelijkse gewoonte. Deze keer was Dutrouxs advocaat het middelpunt van de controverse. De man zelf had er uiteraard niets mee te maken, maar spel je ‘Dutrouxs’ wel op die manier? Hebben we op school niet geleerd dat je na een x een apostrof gebruikt in de bezitsvorm? Ja, maar Alex’ buurman en Dutrouxs advocaat zijn van een geheel ander kaliber.
Toegegeven, nergens in de Woordenlijst staat dat we ‘Dutrouxs’ op die manier spellen. Maar met een beetje puzzel- en speurwerk kom je er wel achter dat het zo zou moeten. “Als een naam eindigt op een sisklank,” zegt de Leidraad van de Woordenlijst, “wordt de apostrof gebruikt in plaats van de tweedenaamvals-s.” Let op de nuances: de Leidraad heeft het over een sis-klank en niet over een letter-teken.
We moeten dus uitgaan van de uitspraak van de slotklank van een naam. Hoe je die spelt, doet er niet toe. In de voorbeelden die de Leidraad geeft, kunnen we dat goed zien: Strijbosch’ huis, Smits’ gelijk, Alex’ buren, Bush’ presidentschap, Velasquez’ werken. De h van ‘Bush’ is geen sisklank, maar de combinatie ‘sh’ spreken we wel uit als de sisklank sj. Vandaar de apostrof.
En hoe zit het nu met Dutroux? De naam ‘Dutroux’ eindigt niet op een sisklank, hij eindigt op een oe. De regel van daarnet is dus helemaal niet van toepassing. Laat je niet misleiden door de x. De x van ‘Alex’ spreek je uit als ks, die van ‘Dutroux’ niet. Daarom heeft Alex’ buurman een apostrof en Dutrouxs advocaat niet.
Maar hoe komen we bij ‘Dutrouxs’? Dat leiden we af uit het meervoud van woorden als ‘bordeaux’ en ‘entre-deux’. De Woordenlijst spelt dat als ‘bordeauxs’ en ‘entre-deuxs’. Naar analogie daarvan, zegt het taaladviesoverlegcomité, spellen we ook ‘Dutrouxs’ met een s vast aan de naam. We hebben het meteen laten opnemen in Maurice’ verslag. Jawel, Maurice’.