Taalcolumns van Ruud Hendrickx

Zorgbehoevend

“Minister Vogels wil dat iedereen nu al begint te betalen voor de zorgen die hij later zal nodig hebben.” Mijn commentaar? Als er iemand zorgbehoevend is, dan is het wel de pleger van dat zinnetje. Taalzorgbehoevend is hij. Maar alla, hij geeft een mens ook weer stof voor een stukje.

Eén: zorgen. Wie heeft er nu later zorgen nodig? Geen zorgen voor morgen, zou ik zeggen. Laat staan dat ik er ooit voor wil betalen. Van zorgen wil een beetje normale mens toch zo gauw mogelijk af? ‘Zorgen’ zijn problemen. Wie zich zorgen maakt, is ergens ongerust over.

Mieke Vogels bedoelt heel wat anders. Zij wil dat we nu al betalen voor onze verzorging later. De Fransen hebben het over ‘soins médicaux’, wij over medische verzorging of verpleging. Vaak kun je het ook kortweg over ‘zorg’ – in het enkelvoud – hebben: bejaardenzorg, gezondheidszorg, zwangerschapszorg, invalidenzorg, thuiszorg. En zullen we zwaargewonden ook niet meer ‘de eerste zorgen’ toedienen? Ze hebben al zorgen genoeg. Bied ze maar eerste hulp. En daarna moeten ze naar de afdeling Intensive Care of Intensieve Zorg.

Twee: de grammaticale evenknie van het ‘eigen volk eerst’-principe. In een werkwoordelijke eindgroep – het hoopje werkwoorden aan het eind van een zin – mogen alleen maar werkwoorden staan. Andere woordsoorten horen er niet in thuis. Die moeten voor de werkwoorden staan. Mieke Vogels heeft het dus over de verzorging die ieder van ons later ‘nodig zal hebben’. ‘Nodig’ is geen werkwoord en mag dus niet in de eindgroep, tussen de werkwoorden, staan.

Nog een paar voorbeelden. De Tienenaars zullen een bekend stadsgezicht ‘verloren zien gaan’. An Hermans beklemtoonde dat zij de tien programmapunten in het parlement ‘ter sprake zal brengen’. Christine zal pas morgen ‘naar huis kunnen komen’. Laat iets weten als je niet ‘aanwezig kunt zijn’. Ik denk dat ik er langzamerhand een punt ‘achter moet zetten’.