Vorige week heeft de secretaris-generaal van de NAVO officieel afscheid genomen. Ik zat met gespitste oren naar het verslag te luisteren, want ik wist dat het zou komen: de NAVO-baas. Lang heb ik overigens niet hoeven te wachten.
Een goede week eerder vergaderde de top van de NMBS om te beraadslagen over het ontslag van Etienne Schouppe. En ja hoor, Schouppe was de NMBS-baas. Vroeger heette hij ook wel eens de spoorbaas.
Is er dan iets mis met dat woord ‘baas’? Welnee. In de omgang werken we met z’n allen voor een ‘baas’. Dat is het gewone woord dat het personeel voor een hoger geplaatste gebruikt, zo staat het in de splinternieuwe Van Dale die mooi staat te wezen op mijn werktafel.
Maar in de zakelijke taal van een radio- of krantenbericht hoort het volgens mij niet thuis. Daar is ‘baas’ net iets te informeel voor. Als ik ze zo allemaal op een rijtje hoor – de NAVO-baas, de NMBS-baas, de Tour-baas, de GB-baas, de VN-baas –, denk ik onwillekeurig aan Brilsmurf, Lolsmurf, Moppersmurf en Verfsmurf. Maar dat zal wel aan mij liggen. Geef die bazen waar ze recht op hebben: hun titel.
Om eens na te gaan hoe vreemd ‘baas’ wel kan klinken, moet je jezelf eens in een vertrouwde situatie plaatsen. Laten we Bert De Graeve nemen. (Neem me niet kwalijk, meneer De Graeve, dat ik u als leermiddel gebruik, maar het is allemaal voor het goede doel.) Ik kan me best voorstellen dat een productiemanager in de omgang zegt dat een project nog aan ‘de grote baas’ voorgelegd moet worden. Maar ik stel me evengoed voor dat diezelfde productiemanager tegen de pers zegt dat het project nog de goedkeuring van ‘de gedelegeerd bestuurder’ – misschien zelfs met hoofdletters – moet krijgen. Kun je je indenken dat je mevrouw Von Wackerbarth (ook mijn welgemeende excuses) de nieuwe tv-bazin noemt? Nee toch.
Hoewel … Afgelopen week bracht De Standaard een gesprek met Bert De Graeve. In de krant werd hij keurig de gedelegeerd bestuurder van de VRT genoemd. En hoe noemde de dienstdoende redacteur hem in het binnenlandse persoverzicht? Jawel, de VRT-baas. De taaladviseur is weer een illusie armer.